Water kan niet puur genoeg zijn. Waterfilters en vitalizers vinden daarom gretig aftrek. Maar schoner wordt het Nederlandse kraanwater er nauwelijks of niet van. En wie niet oplet, drinkt zelfs viezer water.
Ook zoiets doodgewoons als water kan hip zijn. Op sportscholen en kantoren staan tegenwoordig waterkoelers. En tienermeisjes gaan niet zonder waterflesje in de tas naar school, naar festivals en het strand. Het vocht zit in supermarktplastic of in een milieubewuste Dopper. Bronwater of kraanwater, met of zonder een, liefst zelfbereid, smaakje — munt, appel, bosvruchten, komkommer of citroen. Dat hippe designflesje en de waterkan thuis hebben inmiddels ook vaak een filter. Dat belooft ‘water zoals de natuur het bedoeld heeft’. Volgens de filterfabrikanten betekent dat: géén chloor, géén kalk en géén metalen of andere chemicaliën. Daarmee suggereren ze dat wie als vanouds rechtstreeks uit de kraan drinkt ongezond bezig is. Is dat zo? […]
(Skepter, 29 mei 2017, p35-39)